Geachte leden van ARA, RN, RC, RvN, RR-geregistreerden en andere belangstellenden,
Al jaren is binnen de restauratorenverenigingen een discussie gaande of wij onze professionaliteit moeten borgen en op welke manier. De termen ‘certificering’, ‘register’ of ‘keurmerk’ worden als mogelijkheid genoemd om de breed gedragen behoefte tot beroepserkenning c.q. beroepsbescherming, die geldt voor alle professionele restauratoren, te borgen. In een brede coalitie hebben wij eerder besloten de erkenning via een Keurmerk voor u te gaan regelen. Dit schrijven gaat over de ontwikkelingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden, welke resultaten zijn geboekt en wat u op korte termijn kunt verwachten.
Waarom is erkenning van restauratoren belangrijk?
Aan de behoefte tot kwaliteitsborging liggen meerdere nationale en internationale ontwikkelingen ten grondslag. Soms is de vraag door ‘Den Haag’ of ‘Brussel’ geïndiceerd, soms is de noodzaak organisch van aard. Internationaal maar zeker ook nationaal is er meer en meer een vraag naar ‘erkende restauratoren’. Restauratiebestekken vragen nu al vaak om een ‘keurmerk’ of ‘erkenning’ alvorens men voor een aanbesteding mag inschrijven. Velen van u, zeker zij die ook voor buitenlandse instellingen of verzekeraars werken, zijn al tegen dit fenomeen aangelopen.
Ook lokale overheden als provincies en gemeenten vragen meer en meer om geborgd en gemotiveerd bewijs van bekwaamheid, een ‘zekerheid’ voor een vakkundige uitvoering van een opdracht. Door de afwezigheid van een nationaal erfgoedplatform, met regie vanuit onze branche, krijgen we het verschijnsel dat instellingen en verenigingen als een soort ‘keurmerk’ worden gezien door marktpartijen. Dit is onwenselijk en werkt zeer marktontwrichtend.
De kunst- en antiekhandel is economisch gezien in een neerwaartse spiraal geweest. De opdrachten liepen terug en er kwam meer ruimte voor ‘rommelaars’. Handelaren kunnen geen gebruik maken van gecertificeerden. Garantie op kwaliteit bij restauraties ontbreekt en deze meerwaarde kan niet aan de door hun geleverde goederen worden verbonden.
Bijvoorbeeld: U schrijft in voor een restauratie op publiek terrein. U wordt afgewezen omdat men uw reputatie niet kent. Bij het toekennen van de werkzaamheden bestaat het risico dat er meer gekeken wordt naar de kunst van het netwerken dan naar de kunst van het restaureren.
Of: Een private klant is op zoek naar een goede restaurator. Hoe weet hij dat hij niet bij een ‘beun de haas’ terecht is gekomen, maar bij u? De klant zoekt naar herkenbare kwaliteit. Door erkend en ingeschreven te zijn toont u aan dat u over die kwaliteit beschikt en geeft u uw restauraties een meerwaarde. Uw klant zal zich bewust worden van uw werk en expertise en die als bijzonder en exclusief gaan ervaren. Dit kan voor een klant een belangrijke reden zijn om tot een opdracht te besluiten.
Wat ging aan het streven naar een keurmerk vooraf?
Een jaar of 30 geleden ontstond er vanuit de overheden de behoefte om de professionele restauratoren te scheiden van de niet professionele. Bij gebrek aan definiëring van ‘een goede restaurator’ werd dit vormgegeven door een kaartenbak die bij een van de opleidingen geconsulteerd kon worden.
In 2000 heeft het ministerie van OC&W besloten tot oprichting van een Restauratoren Register (RR). Doel was dat na oprichting de minister de beroepsnaam “restaurator” tot beschermde titel zou maken en dat het RR in die erkenning leidend zou worden. Door verandering van beleid is die beschermde titel er nooit gekomen en leidde het RR in de jaren erna een meer en meer zieltogend bestaan.
Medio 2005 ontstond Restauratoren Nederland (RN) als een fusievereniging van veel landelijke en lokale verenigingen met als doel te bouwen aan een beschermde titel voor hun leden. Vanaf 2008 is RN met de uitrol van dit initiatief begonnen. Medio 2013 heeft de mededingingsautoriteit echter aangegeven dat de eenzijdige erkenning van uitsluitend RN-restauratorleden onrechtmatig was omdat een beschermde titel nooit alleen voor leden van een branchevereniging mag gelden.
Het georganiseerde werkveld bestond inmiddels uit:
- Vereniging RN, als grote landelijke vereniging met zelfstandige secties en commissies voor zowel restauratoren als (collectie-) behoudsmedewerkers.
- Vereniging ARA-Nederland, kleiner dan RN maar met een stevige positie en fors groeiende, zich richtende op ondernemer-restauratoren.
- Stichting Restauratoren Register, registerhoudend, onafhankelijk en de enige met de wettige grondslag om een beroepstoetsing te dragen.
- Enkele kleinere organisaties zoals Restauratieconvergent (RC) en Restauratorenvereniging Noord (RvN).
Nadat de pogingen om binnen RN tot een beschermde titel te komen gestrand waren, kwam er ruimte om naar mogelijkheden te kijken die voor alle restauratoren beschikbaar zijn. ARA heeft daarop het initiatief genomen om in een tripartiet overleg met RN en RR nieuwe structuren te onderzoeken. De behoefte aan een beroepserkenning bleef onveranderd groot. Om daarin te voorzien is besloten tot een doorstart van de stichting Restauratoren Register (daarna SRR geheten). Ontwikkelingen binnen het ‘tripartite’ overleg van RR, ARA en RN werden tevens gedeeld met de overige partijen RC en RvN.
Hoe gaat de nieuwe structuur eruit zien?
Er is voor een ‘keurmerk’ gekozen met als basis de toelating tot een Registerstructuur met daaraan gekoppeld criteria voor competentie. Restauratoren kiezen zelf voor inschrijven en worden vervolgens getoetst op kwaliteit en inhoud van hun kennisniveau en beroepspraktijk. Vakinhoudelijk wordt er vanuit gegaan dat elke professionele beroepsbeoefenaar weet hoe te werken. Opdrachtgevers mogen ervan uitgaan dat geregistreerd restauratoren kunnen verantwoorden wat zij doen en waarom zij tot bepaalde keuzes komen. De beroepsgroep van restauratoren kent op dit moment een grote diversiteit aan achtergronden voor wat betreft opleidingen en ervaringsjaren. Het Register zal zo zijn vormgegeven dat rekening wordt gehouden met, en tegemoet wordt gekomen aan de wens en de plicht om alle restauratoren een plek tegeven.
Belangrijke uitgangspunten voor het opzetten van een erkenningsregister zijn:
- Iedere restaurator moet een aanvraag kunnen doen om ingeschreven te kunnen worden in het register.
- De voorwaarden voor registratie moeten bijdragen aan consensus binnen het gehele beroepenveld met betrekking tot ethiek, verslaglegging en ‘vakonderhoud’.
- Ons beroep van restaurator moet een eenduidig en herkenbaar imago krijgen voor opdrachtgevers.
- Binnen ‘Het Register’ zal duidelijkheid en zekerheid worden geboden met betrekking tot de geleverde standaard. Er zal dus ook een klachtenprocedure worden ingesteld.
- Het registratiesysteem zal verschillende disciplines en beroepsbeoefenaars van verschillende niveaus herbergen waarbij hun individuele deskundigheid volledig tot zijn recht zal komen. De beoordeling van de competenties worden gespiegeld aan het format van ECCO (roadmap) en de beschikbare opleidingsmogelijkheden.
De genoemde opzet is voortgekomen na verkennen van andere gebieden waar erkenning (soms certificering) reeds usance was. Een systeem van onafhankelijkheid als wettelijke borging voor herkenbare kwaliteit met invloed van de vakverenigingen. Na verkenning is gekozen voor de al bestaande systemen van ERM (stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg), die worden aangepast aan onze beroepsgroep. SRR gaat daartoe aansluiten bij ERM. De vakverenigingen brengen hun specifieke kennis in met betrekking tot persoonsgebonden kwaliteitsvoorwaarden en uitvoeringsrichtlijnen. Hier kan men denken aan restauratiediscipline, niveau, scholing, bijscholing, werkomgeving, ervaringsjaren, type ervaring enz. en combinaties daarvan.
Deze structuur voorziet strak in een systeem waar de feitelijke ‘toetsing’ niet door de beroepsverenigingen zelf wordt gedaan. Het beheren van de geregistreerden mag namelijk niet binnen de directe beïnvloeding van de verenigingen liggen. Daarnaast wordt het niet verboden het beroep uit te oefenen indien men geen registratie heeft (dat bepaalt Wet op de mededinging). Maar de huidige ontwikkeling laat zien dat bij restauratie-opdrachten steeds meer gevraagd zal worden naar een kwaliteitsborging van de opdrachtnemer die middels registratie en via een keurmerk wordt bevestigd. Binnenkort zal via ERM meer duidelijk worden over het nieuwe keurmerk en de uitvoeringsregels.
Wij hopen van harte dat u achter onze inspanning staat en dat we op uw medewerking in dit proces mogen rekenen.
05maart 2018
Namens de diverse betrokken partijen, Vincent van Drie, Matteo Visser