Zaterdag 21 januari alweer vond er een tweetal atelierbezoeken plaats bij wel zeer prominente leden van de vereniging: Pol Bruys, Nico Boeijink en Rob Boekel. Het was een gecombineerd bezoek aan twee aan de Tingietersweg te Haarlem naast elkaar gelegen firma's, namelijk "Bruijs & Streep" (Restauratie en conservering van antieke meubelen, interieurs en houten objecten) en "Boeijink en Boekel" (Schilderijenrestauratie). De zestien deelnemers (waaronder de drie gastheren) aan deze middag verzamelden zich op kantoor bij Bruijs en Streep alwaar sjieke koffie werd geschonken. Het kantoor bleek al snel te klein voor zowel een imposante collectie boeken, wat andere inventaris en alle bezoekers. Toen de hoop opgegeven was dat er nog meer ARA leden zouden komen werd dan ook snel aangevangen met een excursie door het pand.

Pol in zijn atelierSinds 2005 zijn de heren Pol Bruijs en Remko Streep compagnons, nadat de heer Streep al eerder in loondienst was geweest bij Bruijs. Hun atelier is ruim, goed geoutilleerd, maar op plaatsen zeer vol gestouwd met grote hoeveelheden voorraden van vooral oud hout. Er is zelfs een ruimte aanwezig die ingericht is voor metaalwerk; de reconstructie van sleutels, scharnieren en ander beslag dat zo nodig is bij meubelrestauratie: "Een uit de hand gelopen hobby" noemde Pol het, meen ik mij te herinneren. Maar juist de overdaad maakt veel indruk; het betreft zonder twijfel de oogst van een leven dat met grote beroepsernst is doorgebracht. Het werk dat onderhanden is, heeft dan ook niveau, met als pièce de résistance de opdracht om de deuren van het Teylers Museum onder handen te nemen. Niet zomaar het functionele herstellen of vervangen van de deuren van een gebouw, maar een echte restauratie. Zo worden originele onderdelen slechts plaatselijk versterkt of vervangen. Het is Bruys en Streep wel toevertrouwd. Over andere, meer gebruikelijke restauraties aan bijvoorbeeld een linnenkast en een staande klok wordt door de aanwezige meubelrestauratoren met verstand van zaken geïnformeerd. Pol Bruys blijkt een restaurator te zijn die met grote achtergrondkennis zijn handelswijze kan verklaren. Het atelier en de getoonde vakkennis laten alle aanwezigen een beetje stil worden.

Tijd om te verkassen. Naar een niet minder indrukwekkende omgeving. Op nummer 87 zit de firma Boeijijnk en Boekel. De inrichting van dit atelier is uit de aard der zaak natuurlijk anders. Meer ruimtelijk. Dat komt natuurlijk omdat het om schilderijen gaat. Wie als schilderijenrestaurator, zoals ik ben, nog omviel van een overweldigend gevoel van mysterieus vakmanschap bij de buren, gaat bij Boeijink en Boekel plat voor de ietwat nuchtere, maar zeer vakmatige manier waarop hier het restaureren benaderd wordt. Nico Boeijink en Rob Boekel voldoen zonder enige twijfel aan de hoogste normen die voor het restaureren gelden. (Net als Bruijs en Streep trouwens, maar dit terzijde.)

Nico Boeijink kopieOok in dit atelier was werk van grote culturele waarde aanwezig. Ondermeer een schitterend in de buitenlucht gesitueerd 17e eeuws groepsportret en een prachtig topografisch schilderij van het beleg van Alkmaar. Bijzondere indruk maakte een tweetal bij elkaar horende portretten geschilderd door Maerten van Heemskerck (1498 -1574). Interessant omdat de twee schilderijen in zo'n verschillende toestand verkeerden. Een van de panelen was ingelegd in een nieuw paneel, het andere niet. Het leidde tot interessante gesprekken, waarbij sommige leden de orthodoxe positie innamen en anderen (waaronder ik) zich meer rekkelijk toonden en het wegwissen van oude sporen vergoelijkten. Een tijdsgebonden procedure, die op zichzelf beschouwd ook weer een vertoon van vakmanschap was. Zij het dan dat deze manier van ingrijpen in het huidig e tijdsgewricht uit den boze is, laat dat duidelijk zijn. Ach, de restauratie ethiek, zij zal een bron van discussie blijven tot het einde der tijden. De kwaliteit van de schilderijen stond echter buiten kijf, evenals de restauratie waaraan zij nu onderworpen worden.

Onderwijl begonnen zich groepjes te vormen. Het plenaire aspect verdween. Ik trok mij terug om hapjes te maken. In foie gras was voorzien, evenals luxe prosciutto en goede paté, rilette en verscheidene kazen. Met wat brood er bij viel het uitstekend te verteren. Wijn en fris werden door de vereniging verstrekt. Al met al een geslaagde nieuwjaarssborrel. Rest de vraag waarom U niet allemaal gekomen bent: leerzaam en gezellig!